Windmolens onderweg naar Caño Negro Windmolens onderweg naar Caño Negro
We zijn alweer net over de helft van onze reis en onze bestemming is vandaag Caño Negro, een groot draslandgebied op de grens van Costa Rica en Nicaragua. Dit gebied is vooral bekend om de grote hoeveelheden watervogels, kaaimannen en zoetwaterschildpadden. Het eerste deel van de rit slingert zich door de bergen. Verderop wordt het landschap vlakker en rijden we voornamelijk nog over onverharde wegen tussen de ananas plantages. De grote hoeveelheden gaten in de weg maken de rit een soort spel om ze tijdig te blijven ontwijken. Rond lunchtijd zijn we nog zo’n drie kwartier van de nieuwe lodge verwijderd, maar alle Soda’s die we onderweg tegenkomen lijken wel gesloten. Als we rond één uur arriveren maakt de eigenaar een heerlijke salade. Hotel de Campo bestaat uit een tiental huisjes, die verspreid liggen in een botanische tuin. Bij alle bomen staan bordjes met namen. Wel zo handig! Als we aankomen is er nog één ander gezin, maar als die de ochtend erop vertrokken zijn, zijn we de enige gasten. Hoewel het best lekker is om het zwembad voor jezelf te hebben, is het ook een beetje saai zonder enige aanspraak. Wij maken na het ontbijt een boottocht door de lagunes. We zien veel watervogels: verschillende soorten reigers drie van de vijf aanwezige soorten ijsvogels, kaaimannen en ook weer apen natuurlijk. Het gekrijs van de brulapen reikt enorm ver over het water. De gids ziet ook nog een schildpad, maar die duikt onder voordat wij hem zien en we moeten het doen met de rimpeling in het water. ’s Middags gaan we op eigen gelegenheid in een kajak naar de uitkijktoren aan de oever van de Rio Frío. Ondanks verschillende angstaanjagende waarschuwingsbordjes komen we geen kaaimannen tegen en ook de schildpadden laten zich niet zien. ’s Avonds horen we van de eigenaar van het hotel, dat ze boten met peddels niet fijn vinden en je met een motorboot veel meer kans hebt om ze te zien.

No swimming
Vogel spotter
IJsvogel (Kingfisher)
Kaaiman

We kruipen op tijd ons bed in, want morgen gaat de reis naar Parismina, het dorp ten zuiden van Tortuguero National Park en de plek waar we opgepikt worden met de boot die ons naar de Esmeralda Lodge brengt. Met 250km en een geschatte reisduur van dik 5 uur is dit het langste stuk rijden tussen twee stops.

Uitzicht vanaf de uitkijktoren Uitzicht vanaf de uitkijktoren