Pats. Dit is me nog nooit overkomen: het waait zo hard op de runway van São Vincente Airport dat mijn mobiel uit mijn hand vliegt als ik een foto van de terminal probeer te maken. We ontvluchten, dit jaar voor het eerst, de winter met een weekje zon op de Kaapverdische eilanden São Vincente en Santo Antão.
Afgezien van de wind staat er een stralende zon aan de hemel en is het een heerlijk aangename zesentwintig graden. Het is rond twee uur als we in Casa Colonial aankomen. Dit hotelletje in Mindelo is een gerenoveerd klassiek gebouw waar een prettige tropische sfeer hangt. Na de lunch verkennen we het centrum van de grootste stad op dit eiland. We zijn hier nog twee dagen aan het eind van de week, maar morgen gaan we eerst naar Santa Antão. Dit eiland staat bekend om de groene valleien waar je prachtig kunt wandelen.
De veerboot naar het eiland doet er ongeveer een uur over. De wind doet het schip behoorlijk heen en weer gaan door de golven. Lotte, die sowieso al geen fan van varen is, is niet op haar gemak. In de haven van Porto Nova staat een taxibusje klaar om ons naar Casa Maracuja te brengen. Als we het havenstadje uitrijden valt de omgeving op door het kleurrijke, maar totaal kale landschap. Her en der staan wat kleine huizen en af en toe zien we ook een paar geiten. Waar die van eten is een raadsel. Het lijkt in niets op de foto’s van de website. Dat verandert wanneer we aankomen in het dorp dat aan het einde van de vallei aan de kust ligt. Opeens zien we overal groen. Zodra we naar boven rijden is het uitzicht veranderd in een sprookjesachtige groene omgeving omringd door steile vulkanische kliffen.
Casa Maracujá ligt bovenin de vallei en bestaat uit zes huisjes rond een klein zwembad. Het wordt gerund door Hetty, een hartelijke Kaapverdiaanse die haar jeugd in Rotterdam en Spijkenisse heeft gewoond. Na de HAVO is ze terug is gegaan naar Santa Antão, waar ze eerst een restaurant is begonnen. Ze is een prettige combinatie van Kaapverdiaanse ‘no stress’ en Rotterdamse ‘armen uit de mouwen’.
De volgende morgen vertrekken we na het ontbijt met een open taxi naar Cova de Pául, de krater van de oude vulkaan die boven ons uit troont. De rit duurt twee uur, omdat we eerst weer helemaal naar de kust moeten rijden om daarna weer naar boven te gaan. Het uitzicht vanuit de open pickup is fantastisch. Naarmate we hoger komen zien we ook opeens naaldbomen. De diversiteit van verschillende landschappen op Santa Antão is geweldig: in een uur reis je van vulkanische rotswoestijn, via tropische landbouw tot bergachtig naaldwoud.
Na een kleine klim door de krater is de rest van de wandeling bergafwaarts. Een makkelijke start voor onze ongetrainde benen. Halverwege genieten we met uitzicht tot aan zee van de pastasalade, die Hetty ons als lunch heeft meegegeven. Als we ’s middags weer bij de huisjes aankomen hebben we nog net tijd voor een duik in het zwembad. Zolang de zon schijnt is het heerlijk warm, maar door de lage winterzon gaat deze wel al iets na drieën achter de bergtoppen onder. In de schaduw daalt de temperatuur dan snel.
Maandagmorgen moet ik heel vroeg op, omdat ik om half acht bij Blue Eden, het duikcentrum in Porto Novo, wordt verwacht. Na een pauze van tien jaar ga ik weer duiken! Gelukkig is het in Kaapverdië twee uur vroeger dan in Nederland en is mijn bio-klok nog niet verschoven. Om zes uur zit ik aan een vers gebakken omelet als ontbijt. De chauffeur die me naar Porto Novo brengt spreekt goed Engels. Tijdens de uur durende rit naar het duikcentrum hoor ik veel zaken over deze bijzondere eilandengroep, die pas sinds 1975 onafhankelijk is van Portugal. Sinds de jaren ‘90 zijn veel zaken structureel verbeterd, met name op het gebied van infrastructuur en scholing. Zo is de weg waar we op rijden door de EU gefinancierd en pas in 2009 in gebruik genomen. Elk dorp heeft tegenwoordig een basisschool. Er is leerplicht tot en met twaalf jaar. Naast Portugees wordt er ook Engels en Frans onderwezen. Ook zijn er tegenwoordig twee universiteiten, één in Mindelo en de andere in de hoofdstad Praia.
De volgende dag verkennen we met een gids een deel van vallei. Het is leuk om meer te horen over de verschillende producten die er verbouwd worden. Santa Antão is de groententuin voor São Vincente, dat kleiner is, maar dichter bevolkt. Vanuit de taxi lijkt de hele berghelling beplant met suikerriet, maar wanneer je er doorheen loopt valt de rijke diversiteit aan verschillende gewassen pas goed op. Naast veel uien, waarvoor in november en december de zaailingen worden opgekweekt, zien we ook veel koffiebomen, papaya’s, bananen, mango’s. Verder ook in Nederland minder bekende vruchten zoals guave, broodvruchten en yam. Die laatste heeft een eetbare wortel en groeit als waterplant in de geïrrigeerde veldjes gevoed door de regen die hier veel overvloediger valt dan aan de andere kant van het eiland. We genieten van een overdadige lunch bij een restaurantje dat bovenop één van de rotskammen ligt. Wat een hoop moeite moeten de bewoners hier doen om alles wat ze niet zelf verbouwen naar boven te krijgen. Uit de mest op het bergpad kunnen we afleiden dat de pakezel hier nog zeker niet met pensioen is. Als we beneden bij de geasfalteerde weg aankomen nemen we nog snel even een kijkje bij een grogue stokerij, waar het suikerriet wordt uitgeperst en van het gefermenteerde sap de lokale rum wordt gedistilleerd. Het stookseizoen is vanuit de overheid gereguleerd en loopt van 1 januari tot eind juni. Veel bedrijvigheid is er op dit moment dus niet.
Het is kerstavond en Hetty heeft voor een kerstdiner gezorgd dat wordt opgevrolijkt door een liveband. Na een paar nummers blijkt dat ze zelf ook een prima zangstem heeft! De stemming zit er goed in.
Eerste kerstdag genieten we van onze laatste ochtend op Santa Antão en vertrekken we rond drie uur naar de haven voor de enige veerboot van die dag. Halverwege stoppen we nog midden tussen de rotsen: de vader van de chauffeur moet even een emmer geitenkaas oppikken. De laatste twee nachten van onze reis overnachten we in Casa St. Albyn. Omdat het druk is met kerst hebben we gevraagd om een reservering te maken bij Club Nautico “Nautilus”, maar Ismaël, onze lokale reisagent, verrast ons met een kleine wijziging. Ze hebben recentelijk een aantal slechte reacties van gasten gehad en om geen risico te lopen hebben ze gereserveerd bij Casa Café Mindelo. Toevallig is dit hetzelfde café waar we de eerste avond ook prima hebben gegeten. Ook nu was het eten goed, al was de kreeft door de drukte iets te lang gegrild en niet zo mals als die van vijf avonden ervoor. Als toetje halen we nog een heerlijk ijsje bij Cremositos.
Onze laatste hele dag van de reis gaan we ’s morgens snorkelen in de baai bij het vliegveld. Hier zit een kolonie met 18 schildpadden. Ik heb er een beetje gemengde gevoelens over, want de schildpadden worden gevoerd. Ze komen daarom direct af op het geluid van de motor van de visserssloep die ons de baai invaart. Aan de andere kant is er wel het besef dat met de schildpadden meer geld te verdienen valt door er toeristen mee te laten snorkelen dan om ze op te vissen. Onze gids is er daarom erg kien op dat we niet te dicht in de buurt komen en ze zeker niet aanraken. Om onze boot cirkelen ongeveer tien exemplaren variërend tussen de dertig centimeter en een meter doorsnede. Het is een geweldige ervaring om tussen de vissen en de schildpadden te zwemmen.
Na het snorkelen lopen we over het strand naar het hotel Foya Branca dat een eindje verderop ligt. Wanneer je bij hen luncht mag je ook gebruik maken van het zwembad en brengt de hotelshuttle je aan het eind van de dag terug naar Mindelo. De rest van de dag genieten we hier van het prachtige weer in de schaduw van de dadelpalmen langs het zwembad. Aan het eind van de middag worden met de shuttle weer naar ons hotel gebracht. De chauffeur van de bus heeft wel een rijstijl waardoor we erg blij zijn als we ongeschonden weer zijn aangekomen. De laatste avond eten we bij Cafetaria La Pergola, een restaurant dat ons door verschillende andere reizigers is aanbevolen. Dessert nuttigen we natuurlijk bij de ijsboer.
De week is omgevlogen en natuurlijk te kort om de Kaapverden echt goed te leren kennen. Voor een eerste kennismaking heeft het wel een fantastische indruk achtergelaten. De prachtige natuur - onder én boven water -, de relaxte sfeer en vriendelijke mensen en prima eten, zeker als je van vis houdt, maken dit een perfecte bestemming voor een vitamine D boost halverwege de winter!