Vanmorgen vertrekken we met de Shinkansen naar Hiroshima. Onderweg komen we langs Himeji. Het kasteel van Himeji is gesticht in de 14e eeuw, maar de huidige bebouwing stamt uit de 17e eeuw. Het heeft op miraculeuze wijze verschillende rampen, zoals zware bombardementen in de tweede wereldoorlog, overleefd en kan daarom tegenwoordig aanspraak maken op het predikaat “mooiste kasteel van Japan”. Omdat de Shinkansen ook in Himeji stopt, is het een prima dagtrip onderweg naar Hiroshima.
We komen rond lunchtijd aan in Himeji. Het is ongeveer twintig minuten lopen van het station naar het kasteel en we besluiten onderweg een hapje te eten. Niemand heeft eigenlijk zin om weer in een restaurant te gaan zitten en als we halverwege een supermarkt zien proberen we daar iets voor de lunch te kopen. Dat blijkt een perfecte keuze, want de supermarkt heeft een groot buffet, waar je zelf een Bento box kunt opscheppen. De gerechten gaan per gewicht en je krijgt er gratis rijst en misosoep bij. We vullen allemaal een doos en vinden een bankje in de schaduw op het plein tegenover de ingang van het kasteel. Het eten is heerlijk, maar van de hoeveelheid plastic afval krijg je wel buikpijn…Na de lunch lopen we het park voor het kasteel in op weg naar de kassa voor de toegang. Als we kaartjes hebben gekocht lopen we naar boven richting het hoofdgebouw. Een deel ervan blijkt ook alweer gerestaureerd te worden, wat het nemen van mooie foto’s bemoeilijkt. Het kasteel is ook zeer populair onder Japanse toeristen. Misschien is het vanwege het Obon festival later deze week misschien wel drukker dan gewoonlijk. Het hoofdgebouw is toegankelijk voor bezoekers en we lopen in een lange slang helemaal naar boven. Het uitzicht vanaf de bovenste verdieping over Himeji is fantastisch en geeft ook een mooi beeld over de uitgestrektheid van het hele kasteelcomplex.
Als we weer beneden zijn aangekomen krijgen de kids een ijsje en is het tijd om terug te lopen naar het station. Vanwege (alweer) Obon hebben we geen gereserveerde stoelen voor de rit naar Hiroshima, dus willen we een beetje op tijd op het perron aanwezig zijn.
Het wachten op het perron is ook een belevenis op zichzelf, want er komen ook Shinkansen langs die niet stoppen in Himeji en die razen met zo’n tweehonderd kilometer per uur door het station. Bij de eerste trein schrikken we ons rot: je krijgt gewoon een klap in je gezicht van de luchtdruk.
Op tijd komen was overigens geen overbodige luxe, want wanneer de trein aankomt is het inmiddels zo druk dat niet iedereen mee kan. Wat een weelde dat we in Japan zijn: iedereen staat netjes in de aangegeven rijen op het perron en er wordt totaal niet geduwd en gedrongen. Wij kunnen nog wel naar binnen, maar zitten is kansloos. Gelukkig stappen in Okayama veel mensen uit en hebben we het tweede gedeelte van de reis gewoon allemaal een stoel.
Rond half zes komen we aan op Hiroshima Station. Volgens Google moeten we bus 50 naar ons appartement hebben, maar we kunnen –zelfs met hulp van omstanders– niet het perron vinden waar deze vertrekt. Na een klein half uur zoeken besluiten we toch maar weer de hitte te trotseren en de twintig minuten te lopen. De check-in is op een automaat in de 7Eleven om de hoek van het appartement. Je moet je paspoort voor een webcam houden. Ik voel me er licht ongemakkelijk bij.Het appartement is gloednieuw en helemaal met Ikea meubilair ingericht, wat best bijzonder is voor Japan. Achter in de TV zit een Chromecast: voor we gaan dineren zitten we met een biertje en een bak chips naar de laatste aflevering Slimste Mens te kijken: op sommige vlakken is de wereld echt klein geworden.
De volgende morgen ontbijten we bij een bakker in de buurt. Daarna lopen we richting het Peace Memorial Museum. Omdat alles zo goed geregeld is en we tot nu toe vrijwel nergens lang hebben hoeven wachten zijn we verbaasd als we een enorme rij aantreffen voor de ingang van het museum. Er lopen medewerkers rond met borden met de mededeling dat het museum twee uur langer open is, maar nu we er toch zijn, willen we eigenlijk ook naar binnen. Het is alweer verzengend heet en gelukkig is het grootste gedeelte van de rij in de schaduw. Volgens een Fransman achter ons duurt het twee uur voor we binnen zijn, maar hij is te pessimistisch: na drie kwartier zijn we binnen.
Nadat we het museum weer hebben verlaten lopen we door het park richting de ruïne van de voormalige Hiroshima Prefectural Industrial Promotion Hall. Het is vreemd om naast een zo’n iconisch symbool te staan, zeker omdat het hele monument -typisch Japans- zo netjes is aangeharkt dat het contrast met de foto’s van direct na de aanval haast surrialistisch aandoet.
Als ik de volgende morgen richting een bakker loop hoor ik in de verte klokken luiden. Het is kwart over acht en nog elke dag worden klokken geluid om de eerste atoomaanval op Japan te herdenken. Al zie je op het eerste gezicht weinig bijzonders aan de stad, de herinnering aan de ramp is nooit ver weg. Ons bezoek is alweer bijna voorbij, want na het ontbijt gaan we naar het station voor de Shinkansen naar Fukuoka, onze laatste bestemming van deze reis.