Terwijl de rest van Nederland in de file naar het strand staat of in een zwembad het einde van Nederland’s heftigste hittegolf ooit ligt af te wachten zijn wij bezig met het inpakken van onze spullen voor onze grote reis deze zomer. Drie jaar na onze fantastische rondreis door Cambodja kriebelt het Azië-virus weer. Dit jaar gaat onze reis van Tokyo via Kyoto, Osaka en Hiroshima naar Fukuoka. Het blijft beschamend hoe iedere keer weer blijkt dat je topografische kennis van een land zo beperkt is als je er nog nooit geweest bent: ik had geen idee dat Fukuoka helemaal in het zuiden van Japan ligt.
Het aankomende vertrek is nog even spannend, want gisteren zijn er door een storing in de brandstofbevoorrading negen uur geen vliegtuigen vertrokken vanaf Schiphol en de ontstane chaos echoot vandaag nog na. Gelukkig blijkt vrijdagmorgen dat de vertragingen weer zijn ingelopen en vertrekt onze vlucht op tijd. Dat laatste blijkt uiteindelijk niet helemaal waar, want vertrekken we pas wanneer we al anderhalf uur in het vliegtuig zitten. Hebben wij even mazzel dat de airconditioning het wel doet!
We komen zatermorgen aan op Tokyo Narita Airport en na het gebruikelijke ritueel bij de douane en de bagageband haal ik allereerst onze vier SIM-kaarten op bij het postkantoor. De komende drie weken hebben we alle vier 7GB aan data om te verstoken aan Google Maps en Google Translate. De volgende stop is de kaartenautomaat op het station voor vier Pasmo kaarten, het Japanse equivalent van de OV-chipkaart, die een stuk makkelijker werkt en waarmee je ook bij de talloze automaten frisdrank en snacks kunt betalen. De metroverbinding is perfect en rond twee uur ’s middags staan we in ons hotel. Omdat we pas over een uur kunnen inchecken gaan we eerst lunchen. Het cafe bij het hotel heeft drie lunchgerechten, waarvan twee met vlees en een met vis. Als je strikt vegetarisch eet heb je in Japan wel een uitdaging!Na lunch en een frisse douche gaan we nog even de stad verkennen. Ons hotel zit op een kwartiertje lopen vanaf Akihabara, de wijk die ook wel ‘Electric City’ wordt genoemd en die vol zit met speelhallen, waar Japanners zich vermaken met de meest bijzondere spellen. Japanners zijn dol op gokken en daarom zijn de onderste verdiepingen van zo’n speelhal, die meestal wel vijf of zes verdiepingen hoog is volgepropt met van die apparaten die bij ons alleen op kermissen vindt en waarmee je met een soort grijparm kan proberen een kado of knuffel te grijpen. De meest bijzondere spellen vond ik de muziekspellen, waar je op de maat van de computer moet drummen of een melodie moet naspelen. Alle instructies zijn alleen in het Japans, waardoor ik maar op safe speel en een spelletje Mario Kart speel. Geen idee welke opties ik geselecteerd heb, maar uiteindelijk heb ik wel de eerste plaats!
Met een gevulde maag slaat de jetlag weer toe en iedereen is hard toe aan een paar uur slaap. Of dat gaat lukken is altijd weer de vraag…