Vandaag is de laatste dag van de Tempel driedaagse en staat Banteay Srei op het programma. Dit tempelcomplex ligt iets ten noorden van de tempels die we gisteren bezochten en stamt uit de 10e eeuw. Voor deze tempels is een rood- rozige zandsteen gebruikt die heel goed te bewerken was. De reliëfs zijn zo rijkelijk versiert dat de tempel de bijnaam ‘De Art Gallery of Cambodia’ heeft.

Gravure boven een poort in Banteay Srei Gravure boven een poort in Banteay Srei
Nog een poort in Banteay Srei Nog een poort in Banteay Srei

Ik vond deze tempel misschien wel de mooiste van allemaal, maar de kinderen, die ook maar de helft meekrijgen van de Engelse uitleg, kan het niet meer boeien. Gelukkig is het complex niet te uitgestrekt en zitten we vrij snel weer in de bus op weg naar de lunch. We lunchen bij een homestay ergens midden tussen de rijstvelden. In deze prachtige omgeving nuttigen we één van de beste lunches van deze reis met onder meer een heerlijke salade met groene mango.

Na de lunch rijden we door naar het Tonlé Sap meer, het grootste zoetwater meer van Zuid-Oost Azië. Gedurende het regenseizoen absorbeert het meer zo’n twintig procent van het water uit de Mekong en groeit het van ongeveer 3000 km2 tot wel 15.000 km2. Erg bijzonder is dat in de droge tijd de stroming omkeert vanuit het meer naar de Mekong. Dit unieke natuurgebied is ook het thuis voor 90.000 voornamelijk Vietnamezen die er leven van de visvangst en wonen in één van de 170 drijvende dorpen. Als we met een bootje een tocht richting het meer maken, komen we er langs één van deze. Alle faciliteiten, zoals winkels, scholen, tankstation, zijn er en allemaal drijven ze op het getij van het meer, dat wel vijf meter kan verschillen tussen het droge en natte seizoen. Zo zien we ook een Vietnamese begraafplaats die later in het natte seizoen zeker drie meter onder water komt te staan.

Drijvende dorpjes langs het Tonlé Sap meer
Drijvende dorpjes langs het Tonlé Sap meer
Drijvende dorpjes langs het Tonlé Sap meer
Drijvende dorpjes langs het Tonlé Sap meer

Ook hier dringt het toerisme door, want op de terugweg stoppen we bij een boot waar ze souvenirs verkopen, met als hoogtepunten gedroogd python vlees en allerhande krokodillen spulletjes. Er is ook een bassin met zo’n vijftig van deze beestjes. Dat de Nederlandse douane hier niet op zit te wachten gaat er bij de lokale bevolking niet in.

Typische Cambodiaanse souvenirs
Typische Cambodiaanse souvenirs
Typische Cambodiaanse souvenirs

Terug in Siem Reap laten we ons afzetten bij de Night Market, die ook overdag open is. Floor heeft haar zinnen gezet op een kunstwerk als herinnering aan de reis en wil graag een schilderij met een olifant. De meeste schilderijen zijn niet mijn smaak, maar uiteindelijk vinden we een alleszins acceptabele aquarel en kan de onderhandeling beginnen. Voor $5 hebben we een deal.

Voor het diner komen we terecht bij Café Central, een tent met een vergelijkbare uitstraling als The Sun. Dat is geen toeval, want ze blijken van dezelfde eigenaar. Op de kaart prijken allerlei lekker hapjes, zoals falafel met tsaziki, olijfjes en warm pitabrood met hummus. Vanavond nog maar een keer geen rijst. Net nadat we afgerekend hebben breekt er een tropische regenbui uit en staat de straat in no-time blank. Tuktuk to the rescue.

Buitje in Siem Riep Buitje in Siem Riep
Droog in de tuk tuk Droog in de tuk tuk