Zondag 17 juli
Vanuit Kompong Cham gaat de reis vandaag naar Sen Monorom, een stadje in de Mondulkiri provincie in het noorden van Cambodja. Het noordoosten van Cambodja is erg vruchtbaar, wat je kunt zien aan de mooie rode aarde overal. Landbouw is de belangrijkste bron van inkomsten en overal zie je rijstvelden en rubberplantages. Het gebied staat ook bekend om peperteelt. Het is het begin van het regenseizoen en er is geen peper te bekennen, maar ik wil toch graag een paar foto’s maken. Als we teruglopen naar de bus waarschuwt de gids opeens dat ik moet oppassen. Ik denk meteen ‘landmijn’, maar er blijkt een grasgroene zwaar giftige slang van bijna een meter op het pad te liggen. Gezien de snelheid waarmee hij (zij?) kan voortbewegen, heb ik maar niet geprobeerd uitgebreid van het beest een plaatje te schieten.
De reis naar Sen Monorom gaat verder door een lieflijk heuvellandschap, dat nog niet zo lang geleden vrijwel volledig uit regenwoud bestond, maar nu een mix is tussen landbouwgrond en bos. De belangrijkste attractie van het dorp is een aantal olifantenreservaten in de buurt. De meesten van hen zijn commerciële ondernemingen en de verhalen erover wisselen sterk. Overmorgen bezoeken we het ‘Elephant Valley Project’ en kan ik er meer over vertellen.
Een kleine bummer: het ‘resort’ waar we de komende drie nachten verblijven is waarschijnlijk van dezelfde Communistische architect als het hotel in Kompong Cham en heeft geen zwembad. De kinderen moeten zich dus anders vermaken. Je kunt ook goed merken dat het laagseizoen is, want we zijn de enige gasten.
Het ligt bijna een half uur lopen van het dorp, dat geen taxi’s of tuktuk’s heeft, dus komen de komende dagen de gids met chauffeur goed van pas. We worden gedropt bij een klein eethuisje in echte backpackerstijl waar ze zowaar een decente guacamole serveren met als extra bonus: te scherp voor de kids.
Maandag 18 juli
De tweede dag begint met ontbijt in het restaurant van het ‘resort’ met plek is voor zeker 200 gasten en waar we het rijk alleen hebben. De keuze is simpel: gebakken ei, gekookt ei, roerei of omelet. Als Margot en Lotte als eerste hun roerei krijgen zitten ze enigszins met lange tanden te eten. Iets klopt er niet en wat wordt duidelijk als Floor haar twee gekookte eitjes krijgt. De blauwe glans verraadt de herkomst van de eieren: eend. Voor morgen wordt er speciaal voor ons Europeanen boter en jam gehaald uit Kompong Cham!
Op de terugreis rijden we langs het hotel om onze lunch op te pikken. We gaan namelijk picknicken bij de Bou Sra watervallen. Deze watervallen zijn de bekendste in Cambodja en ook bij de lokale bevolking in trek als toeristisch uitje.
Dat blijkt ook wel als we er aankomen, want het wemelt er van de etensstalletjes en kraampjes met honing, een lokale specialiteit, en edelstenen, die in de buurt worden gevonden. De gids twijfelt aan de authenticiteit van beiden.
Lonh wil ons nog naar een mooi uitzichtpunt over het regenwoud brengen door de locals ‘Forest Sea’ genoemd. Hier wemelt het net als bij de watervallen en in de dorpjes van het plastic zwerfafval, de Cambodjaanse bevolking heeft ‘sustainability’ helaas nog niet hoog in het vaandel. Het uitzicht is daarentegen prachtig!
We eten een snelle hap bij ‘Green House’, een ander eetcafé in het dorp, waar Floor vooral gecharmeerd is van een gitzwart jong poesje. Vanavond vroeg onder de wol, want morgen begint de tour naar de olifanten om 7:00 en het ontbijt om 6:30. Misschien is dit een mooie gelegenheid om de zonsopgang te bewonderen vanaf het dak van het restaurant.