Vandaag is het vroeg uit de veren, want we worden om zeven uur verwacht bij het Hefalump café waarvan we vertrekken naar Elephant Valley. Over dit project van de Brit Jack Highwood gaan op internet gemengde verhalen rond, maar onze indruk na deze dag was toch dat hij één van de meest zorgvuldige opvangprojecten voor Aziatische olifanten in de Mondulkiri provincie bestiert.
Cambodja heeft een lange traditie van het gebruiken van olifanten als levende tractor. In sommige dorpen waren er wel dertig families met een olifant. Veel van deze olifanten zijn overwerkt door het dragen van te zware lasten en ander misbruik. In de vallei leven elf olifanten, die Jack heeft overgenomen. De jongste is Pearl van vijfentwintig jaar en de oudste ongeveer zestig. Er is één mannetje in het gezelschap, maar die is nu bronstig en onvoorspelbaar agressief en daarom in een ander stuk van de vallei.
We genieten we met volle teugen van het schouwspel. Wat so wie so ook prachtig is, is de wandeling door het regenwoud. Alle insecten maken een herrie van jewelste en het stikt er van de prachtige planten, bloemen en vlinders. We worden begeleid door John uit Ohio en een lokale gids. John is erg vol van de olifanten en praat aan één stuk. De lokale gids spreekt weinig Engels, maar weet wel alles van het oerwoud. Continue vindt hij beestjes of bijzondere planten, vooral eetbare planten. Nog niet zo lang geleden leefde de lokale bevolking vrijwel helemaal van de planten, vruchten en dieren die ze uit het oerwoud verzamelden. Nog steeds zie je mensen, nu alleen de armsten, met een mand op hun rug het bos in gaan om voedsel te verzamelen.
Na de lunch in het base camp gaan we nog bij de twee olifanten langs die het langst in het project zitten. Als we teruglopen laat de gids ook nog een natuurlijke bijenkorf zien en later vinden we er één die los is geraakt op de grond.
Iedereen is bekaf, dus na het eten is het vroeg stil.