Op bezoek bij Papillon
We vertrekken vandaag om half acht vanaf het Torarica hotel voor onze trip naar Galibi. Helaas zijn we niet erg snel op stoom en is ook nog eens de halve stad afgezet voor een wielerwedstrijd, waardoor we pas rond acht uur bij het hotel aankomen. Gelukkig is dit Suriname en is er verder nog niemand aanwezig. Wat later dan gepland vertrekken we met een groepje van acht richting Albina, de hoofdstad van het district Marowijne, gelegen aan de gelijknamige rivier op de grens met Frans-Guyana vormt.
Op dit moment wordt van Paramaribo naar Albina een gloednieuwe asfaltweg aangelegd, maar die is nog maar deels voltooid. We rijden daarom deels over prachtig asfalt en deels over een dirt road met formidabele kuilen. Onderweg naar Albina komen we eerst langs Moengo, het centrum van de bauxietwinning, één van de belangrijkste inkomstenbronnen van Suriname. Later komen we ook langs Moiwana, waar een monument herinnert aan de vele slachtoffers die door het regeringsleger zijn gemaakt tijdens de Binnenlandse Oorlog in 1986.
Rond lunchtijd komen we aan in Albina, waar we met de boten oversteken naar Saint-Laurent-du-Maroni. Het dorpje dankt zijn bestaansrecht aan één van Frankrijks meeste beruchte strafkampen en is beroemd geworden dankzij het boek en de film Papillon.
Het verschil met Suriname is enorm: het is net of je naar Frankrijk geteleporteerd bent. Overal auto’s met Franse nummerplaten en de huizen langs de rivier zien er zo Frans uit dat het Petit Paris wordt genoemd. Na de lunch krijgen we een rondleiding in de voormalige gevangenis en zien we ook de isoleercel №47, waar Henri Charrière, alias Papillon vast zat na zijn eerste ontsnappingspoging (of de inscriptie in de cel authentiek is laat ik graag aan de lezer over). Het is schokkend om te zien onder welke mensonterende omstandigheden deze gevangenen werden vastgehouden en dat de strafkolonie pas in 1954 is gesloten.
Na de rondleiding pikt de boot ons weer op en komen we ruim een uur later aan op onze plaats van bestemming: Galibi.