Eén van de topattracties aan de West-Kaap is de aanwezigheid van grote getalen witte haaien voor de kust. Vlak in de buurt van Gansbaai ligt Dyers Island, vernoemd naar een zware Amerikaan die er in de 19e eeuw de meeuwenpoep verzamelde om te verkopen als mest voor de boeren. Het eiland huist grote kolonies pinguïns en zeehonden, het hoofdbestanddeel van het menu van de witte haai. Vandaar dat er vanuit Gansbaai een aantal reders boottochten organiseren om deze fascinerende dieren van dichtbij te bekijken.
Met een man of twintig aan boord vertrek je richting de plekken waar de kans op een ontmoeting het grootst is. Om het lot een handje te helpen zetten de schipper een geurspoor uit met schumm, een mengsel van stukjes vis, vissenbloed en zeewater. Ook wordt er een lijn met de kop van een tonijn als aas uitgegooid. Per tocht mag er maximaal 25 kg overboord om de dieren niet afhankelijk te maken van deze vorm van “bijvoeren”.
Het meest spectaculair is een close up ontmoeting met de haai in een kooi aan de zijkant van de boot. Met een watertemperatuur van rond de 10°C is het wel kleumen totdat de haai zich aandient.
Het is verbazingwekkend om te zien hoe gracieus en efficiënt de beesten zich door het water bewegen. Een paar keer heeft de haai het aas al te pakken voordat we ons goed en wel realiseren wat er gebeurd. Hoewel de kans op een ontmoeting behoorlijk groot is blijft de natuur niet te sturen: terwijl wij vier verschillende haaien, 10 à 15 keer langs de boot hebben zien komen, waren op dezelfde morgen de passagiers van enkele andere schepen, die zo’n honderd meter van ons af lagen minder gelukkig: zij hebben vier uur vergeefs gezocht naar een rugvin uit het water…
Een tocht van een halve dag kost ongeveer ZAR 1000,= (€100,=), exclusief vervoer (ZAR 100,= vanuit Hermanus, iets meer vanuit Kaapstad). Een video van de trip doet nog een extra ZAR 300,=. Contant betalen is aanbevolen. (Prijzen van juli 2011.)